JanWiersma.com

Radio 1 besteed aandacht aan energie&datacentra

Het is geen geheim dat er (overheids) aandacht is voor de hoeveelheid energie die datacentra verbruiken. Er zijn echter ook een hoop initiatieven om dit energie verbruik in te dammen. Hierbij word dan met name gekeken naar de ‘overhead’ energie; de energie die niet naar IT gaat, maar verbruikt word voor bijvoorbeeld koeling.

De gemeente Amsterdam is een grote aanjager van deze efficiëntie slag. Sinds 2011 ligt er al een ‘Green deal’ tussen de rijksoverheid en de gemeente voor deze aanjagers rol.

In deze Green Deal staat zelfs:

Op basis van de Amsterdamse acties streeft de stad naar het vastleggen van een landelijke prestatienorm op basis van best beschikbare technieken voor nieuwe installaties op basis van best beschikbare technieken voor bestaande datacenters op best haalbare prestatie

De Amsterdamse Groenlinks wethouder Maarten van de Poelgeest zit hier boven op, want zo schrijft hij in zijn blog:

Wel is het zo dat de 36 Amsterdamse datacentra maar liefst 11% van het Amsterdamse bedrijfsverbruik voor haar rekening nemen.

Het Radio 1 programma Vara Vroege Vogels ging daarom bij de wethouder op bezoek en besprak de mogelijkheden voor energie efficiënte koeling met Jan Wiersma. Het fragment is te vinden op de site van de Vara: Datacenters:groener! en een copy hier (mp3) lokaal.

Share

Labels, metrieken en hokjes voor ‘groene ICT’

Oke, laten we eerlijk zijn… de meeste mensen zijn gek op labels plakken en dingen in hokjes stoppen. Het houd de zaken overzichtelijk en zorgt er voor dat we dingen met elkaar kunnen vergelijken. Zo ook in de ICT sector en de datacenter industrie.

In de afgelopen maanden werd ik diverse keren geconfronteerd met ‘misbruik’ van metrieken <pue blog> of de creatie van nieuwe metrieken of labels. Soms oneigenlijk gebruik van bestaande methode, maar steeds vaker een poging tot introductie van nieuwe labels die vooral gefocust zijn op ‘groen’ en de gehele IT dienstverlening keten.

Binnen DatacenterPulse (DCP) hebben we de diverse lagen en onderdelen in het datacenter gevat in een praat plaat genaamd de DataCenterPulse Stack. Naast het feit dat deze de opbouw en onderlinge afhankelijkheden laat zien van de lagen, word hier ook gesproken over metrieken of labels.

Het gedeelte van “Input metrics –> Layer metrics per business sector” doelt daar op. Het verwijst naar de verschillende metrieken en labels die op de diverse lagen beschikbaar zijn.

Voorbeelden hier van zijn:

  • PUE, op de Physical&Real Estate laag, welke energie efficiëntie in het facilitaire deel van het datacenter in beeld brengt.
  • WUE, op de Real Estate laag, welke efficiënt water gebruik in beeld brengt.
  • SPECpower, op de Platform laag, welke energie efficiëntie voor servers in beeld brengt.
  • Etc…

Diverse organisaties proberen ook al enige tijd een ‘usefull work’ metriek uit te brengen. Deze moet de overhead in energie gebruik laten zien v.s. de hoeveelheid energie die verbruikt word voor het ‘werk dat er echt toe doet’.

Dit is echter lastig op te lossen aangezien ‘usefull work’ voor het ene bedrijf iets totaal anders kan betekenen dan voor het andere bedrijf. De output van IT kan niet altijd op dezelfde manier gewogen worden.

Het brengt ook het probleem met zich mee van het vangen de de alle lagen in de Stack in 1 label of berekening/metriek. Gezien de complexiteit van al deze lagen en de variabelen (kwalitatief / kwantitatief) is de vraag of dat wel haalbaar is.

Een recente discussie die ik mocht bijwonen ging over een ‘groen label voor cloud computing’. Hier mee zou dan gemakkelijk leveranciers te vergelijken zijn en kunnen bedrijven aantonen dat ze ‘groener’ worden door over te stappen naar cloud computing. Het zou dan een F tot A++ label zijn, zoals met wasmachines en koelkasten op dit moment werkt.

Ik begrijp de hang hier naar best, maar laten we deze wens eens uit elkaar trekken:

  1. We beginnen met de definitie: wat is groen dan ? Vaak zie je dat er eigenlijk energie efficiënt word bedoeld. Echter bij groen moet men alle elementen van verbruik mee nemen. Hier in zit dus ook water gebruik en andere grondstoffen. Ook uitstoot moet eigenlijk mee genomen worden. Van totale CO2 uitstoot tot afval van server systemen.
  2. Hoe weet ik of ik ‘groener’ word ? Dit betekend dat ik in de hele context van de vraag moet weten waar ik nu sta en dat ik dit moet kunnen vergelijken met het ICT ecosysteem van een ander.
  3. Wat is dan de definitie van cloud computing ? Hier zijn al hele boeken en blogs over vol geschreven. Deze afkadering is nog steeds erg flexibel. Laten we voor dit argument eens zeggen dat het Software As A Service is (SAAS). Dan betekend dit dat we de hele DCP Stack in 1 label proberen samen te vatten op het onderwerp ‘groen’. Hier in zouden we dus alle soorten koeling, stroom distributie, server typen, besturingssystemen, applicatie frameworks en talen moeten wegen en in 1 label moeten vangen…

Een label op deze twee grote hypes (groen & cloud) die uit zulke complexe onderdelen bestaat… schreeuwt om misbruik door zijn eigen industrie. Zoals we binnen de datacenter industrie ook met PUE hebben gedaan.

Dit brengt ons bij het punt van creatie, acceptatie en standaardisatie van metrieken en labels. Mijn GreenGrid collega Andre Rouyer gebruikt daar altijd een mooi plaatje voor:

image

Deze begint bij Industry Alliances zoals de Green Grid, ICT~Office, DatacenterPulse, etc.. Dit is vaak de broedplaats voor nieuwe labels en metrieken. Zodra is voldoende markt acceptatie is, worden deze uitgewerkt door Standaardisatie organisaties. Denk hierbij aan NEN, CENELEC en ISO. Deze uitwerking leid tot een meetbaar en auditbare norm op het label of de metriek. Het zorgt voor duidelijke definities en beoordelingscriteria. Hierna worden deze normen opgenomen in (lokale) regelgeving door de diverse Overheden en kan er op gehandhaafd worden. Dit totale proces duur jaren.

Met de PUE hebben we gezien hoe dit proces kan (mis)lopen: bedacht door de GreenGrid en uitgewerkt in 2 a 3 jaar. Op dit moment ligt het op ISO niveau waar het tot een internationale standaard uitgewerkt gaat worden in de komende 2 a 3 jaar. In de tussen tijd heeft echter de overheid de PUE al opgepikt om er op te handhaven. Daarbij is er dus een belangrijke stap overgeslagen.

Het gebruik van metrieken&labels voor regulering vanuit overheid moet daar naast ook niet leiden tot de blokkade van innovatie zoals dat bij de adoptie van ASHRAE 90.1 gebeurde, waarbij het uitgebrachte label elke andere vorm van innovatieve koeling uitsloot. Als dit label vervolgens een wettelijke eis word door overheid adoptie, dan streeft deze in feiten zijn eigen doel voorbij.  

Men moet dus goed nadenken over de consequenties van de introductie van metrieken en labels:

  1. Is het wel haalbaar; probeer ik niet een te complex systeem te vangen ?
  2. Zijn de definities van de onderdelen die ik probeer te vangen wel helder ?
  3. Welke manipulatie laat het label toe ? (gaming the system)
  4. Indien er adoptie plaats vind door de overheid; welke effecten zal dit hebben op je sector/industrie ?

Het proces daarna is zo mogelijk nog belangrijker: uitproberen en testen van het label/metriek door de markt –> veel feedback verzamelen en verwerken –> aanscherpen en verder uitwerken. Indien blijkt dat het toch niet zo’n goed idee was, dan ook niet bang zijn om weer afscheid te nemen van het idee. Pas als het label goed gerijpt en uitwerkt is, dan is het klaar voor de stap naar standaardisatie.

De roep om een label is makkelijk gedaan, maar zoals de Amerikanen zeggen ‘Be Careful What You Wish For’.

Share

Nabrander – Groene software; door beïnvloeden van gedrag

Naar aanleiding van de workshop rond groene software, mijn blog en presentatie daar, zijn er nog een aantal zaken die ontbraken in mijn vorige blog of interessante zaken die voorbij kwamen in de discussie.

sf

1. Virtualisatie.

Zoals de heren van Schuberg Philis lieten zien in hun presentatie, zijn veel systeem resources op servers onderbenut. Virtualisatie kan daarbij duidelijk een rol spelen; het zorgt voor betere uitnutting van de beschikbare hardware. Aangezien een server die niets staat te doen (idle is) toch 40-60% van zijn maximale energie consumeert, levert dit dus energie besparingen op.

2. Strippen en tunen van je server OS.

In de discussie kwam de overhead van besturingssystemen aanbod; In de afgelopen jaren zijn besturingssystemen (OS’en) zoals Windows en Linux uitgegroeid tot alleskunners. De leverancier van het OS weet uiteraard vooraf niet wat de klant er op wil draaien. De ene keer kan het een email servers zijn, de volgende keer een database server. Standaard komt een modern OS dus met een waslijst aan services of daemon’s die aan staan. Daar boven op komen vaak nieuwe services van een virusscanner, een inventory tool, monitoring tool, etc.. Al met al gaan er een hoop computer resources verloren met al deze services en deamon’s.

IT Security specialisten leren ons echter ook al jaren dat je server OS’en dient te ontdoen van al deze overhead. Dit maakt namelijk de mogelijke ingangen voor hackers kleiner. Diverse tools van IT leveranciers kunnen hierbij helpen. Ook kan men steeds meer kiezen voor zo geheten virtual appliances. Deze virtuele servers zijn door de leverancier al gestript en taak specifiek gemaakt.

Het strippen en tunen van je server OS na het installeren van zijn specifieke rol is dus een security en (energie) efficiëntie noodzaak.

kngs-sf3. Is energie afname van software wel te ‘zien’ ?

Er was een kritische kanttekening bij het feit of de energie afname van een query wel te zien was;

Systeembeheerders weten al enige tijd dat het systeem wat zijn in beheer gaan nemen voorzien moet worden van een baseline. Hierbij word basis gedrag van het systeem bepaald, zodat er binnen monitoring en beheer applicaties drempelwaarde gezet kunnen worden om het nieuwe systeem in de gaten te houden. Op deze manier worden de beheerders niet onnodig belast met valse meldingen.

Tijdens een goed OTAP proces met performance testen, worden dit soort baselines opgesteld voor hele applicatie ketens. Dit helpt de test&performance analist om te bepalen hoe de applicatie keten werkt en of deze goed werkt. Deze gegevens kunnen later gebruikt worden om de beheerder te voeden voor zijn baseline.

Als men een goede baseline (op een gestripte server) vast stelt, is het zeer goed mogelijk voor een applicatie ontwikkelaar om relaties te leggen tussen de handelingen die zijn code uitvoert en het gebruik van systeem resources.

4. Server energie afname.

Zoals bij 1 aangegeven gaat ook een hoop energie verloren in systemen die niets staan te doen. Tijdens de discussie gaf dit een opening tot de ontwikkeling van efficiënte hardware. Daar heb ik in vorige blogs al een hoop overgeschreven. Wat nog specifiek het vermelden waard was:

OpenCompute project heeft een OpenRack design uitgebracht waarbij o.a. met DC power gewerkt word in het rack. Servers hier voor zullen binnen kort van HP en Dell op de markt komen. Binnen kort meer…

De Schuberg Philis mannen tipte mij nog een Anandtech artikel over een test met OpenCompute server hardware; http://www.anandtech.com/show/4958/facebooks-open-compute-server-tested

5. IT Energie afname is geen focus voor vele.

Al vroeg tijdens de bijeenkomst viel het feit dat energie afname door IT, voor veel bedrijven geen primaire focus zou zijn. Dat is een punt wat ik onderschrijf, zeker voor bedrijven waarbij ICT niet hun primaire product is maar een ondersteuning. Voor veel van dit soort bedrijven zitten hun grote kosten (OPEX) niet in energie.

In 2009-2010 concludeerde diverse mensen en organisaties al dat de adoptie van energie efficiëntie daar door maar lastig op gang komt. Zolang er voor een bedrijf geen grote financiële motivator onder zit, zal het lastig blijven om hier focus op te krijgen.

De opkomst van Cloud computing en met name bedrijven in de IAAS / PAAS sfeer, helpt om holistisch gezien deze efficiëntie slag wel te maken;

Voor de bedrijven die de IAAS/PAAS dienst leveren is het datacenter en zijn energie afname wel een grote kosten post, zeker gezien de schaal grote waar veel van dit soort infrastructuren op worden gebouwd. Het verhuizen en consolideren van IT services uit de bezemkast van niet-IT-bedrijven naar een Cloud computing provider levert op dit vlak dus een juiste prikkel.

Zoals in mijn vorige blog vermeld, krijgen de gebruikers van de IAAS/PAAS diensten ook een goede prikkel om efficiëntie programmeer code te gebruiken. De pay-per-use modellen in veel Cloud computing aanbiedingen zorgen daar voor;

“the art of efficiënt programming is lost… Cloud will bring it back… “

Share

Wil iemand het licht uit doen voor EUE ??!?

In 2007 lanceerde The Green Grid het idee van PUE. Het was niet perfect en niet uitgewerkt. In 2009 kwam de DOE met de EUE. Daar van zijn inmiddels diverse beschrijvingen en vormen:geen-eue

1. “EUE is calculated by dividing the total source energy by total UPS energy. Some factors will not be a part of the calculation, such as heating and cooling degree days, data center type (traditional, hosting, Internet, etc) and UPS utilization.”

2. “EUE (energy usage efficiency) is very similar to PUE (power usage efficiency) with two notable exceptions. PUE covers only electrical usage where EUE covers all energy coming in to the data center. PUE also only covers electrical power from the entrance to the facility, EUE covers the energy from the source.”

3. “EUE is the same as PUE but calculated in one full year”

4. “EUE is the same as PUE but calculated in kWh”

5. “Deze EUE geeft een energie-prestatiemaat aan, de verhouding tussen het energiegebruik van ondersteunende diensten (zoals koeling) en het ICT-gerelateerde energieverbruik.”

Deze laatste kwam uit Nederland waar men dacht de opstart problemen met PUE ook te moeten aanpakken. ICT~Office kwam, met TNO, in 2009 met het idee voor EUE. Vaak werd aangehaald dat PUE niet over 1 heel jaar berekend hoeft te worden of geen rekening houd met energie (of warmte) terug leveren vanuit het datacenter. Ook het feit dat Nederland een eigen specifieke metriek voor datacenter energie efficiëntie nodig had werd vaak aangehaald.

Nou ben ik behoorlijk nationalistisch ingesteld; ik sta compleet in het oranje in de kroeg tijdens het EK, ik leef mee met ons koningshuis en ik eet haring… maar die EUE heb ik nooit begrepen. Als het dan iets echt Nederlands moest zijn, dan tenminste een echte vertaling – Energie Gebruiks Efficiëntie (EGE).

Recent duikt de EUE weer vol op op in Nederland. Ik hoor ICT~Office er over en AgentschapNL.

Tijdens een EMEA bijeenkomst met internationale collega’s van The Green Grid werd ik dus ook een beetje meewarig aangekeken toen de term viel. Zeker omdat de EPA&DOE de EUE inmiddels heeft los gelaten en PUE ondersteund. Ook de Europese Commissie heeft de PUE geadopteerd voor de Datacenter Code of Conduct.

Veel van de manco’s zijn ook inmiddels geadresseerd voor de PUE. In whitepaper #22 worden enkele zaken geadresseerd:

  • Since power distribution losses and cooling equipment power consumption will always take positive values, DCiE can never be greater than 100%, nor can PUE be less than 1.0
  • The PUE and DCiE metrics can be computed using either power (kilowatt) or energy (kilowatt-hour) measurements.
  • The Green Grid discourages comparisons of different datacenters based on reported PUE/DCiE results.  Location, architecture, vintage, size and many other factors all play a role in a data center’s final results
  • The Green Grid’s PUE /DCiE Detailed Analysis provides instructions for several options, differentiated by expected accuracy, for collecting power consumption data and calculating PUE and DCiE values.
  • Without some indication as to the time over which particular results were calculated or the frequency with which individual data points were collected, comparison of results are difficult.
  • pPUE = Total Energy within a boundary divided by the IT Equipment Energy within that boundary. (Zie deze presentatie en whitepaper #42)

Dus: de PUE mag niet onder de 1 zijn, PUE mag in kW of kWh berekend worden, PUE is niet bedoeld om datacentra met elkaar te vergelijken. Daarnaast dient er bij PUE publicatie context mee gegeven te worden. Deze context bestaat uit de locatie van de meting en de periode van meting;

De locatie van meting:

image

Het moment van meten:

The subscript is created by appending a character denoting the averaging period and a
character denoting the data collection frequency onto the reported metric
• Averaging Period:
o ‘Y’ denotes a measurement averaged over a year
o ‘M’ denotes a measurement averaged over a month
o ‘W’ denotes a measurement averaged over a week
o ‘D’ denotes a measurement averaged over a day

•Frequency:
o ‘M’ denotes a measurement taken monthly
o ‘W’ denotes a measurement taken weekly
o ‘D’ denotes a measurement taken daily
o ‘C’ denotes a measurement taken continuously (at least hourly)
o ‘–‘ denotes a single measurement (averaging period not used)

Dit geeft de volgende voorbeelden:

image

Bovenstaande geeft de lezer van een PUE getal een betere context rond de gepubliceerde cijfers. De discussie over een PUE ‘is niet over 1 heel jaar’ is daar mee dus ook afgedekt. Voor de manier van meten en technische uitwerking is samen met ASHRAE een boek geschreven genaamd “Real-Time Energy Consumption Measurements in Data Centers”.

Daar waar leveranciers van datacenter modules, koeling of energie onderdelen graag hun efficientie in beeld willen brengen kunnen ze voor dat deel de Partial PUE (pPUE) gebruiken. Hier mee is meteen duidelijk dat het over een datacenter deel gaat en niet over de gehele installatie.

Voor PUE berekening bestaat ook al enige tijd een tool op de Green Grid website.

Als men energie terug levert als (rest)product van het datacenter, kan men die inzichtelijk maken via de ERE: A Metric for Measuring the Benefit of Reuse Energy from a Data Center. Daarbij komt de PUE dus nooit onder de 1.

Tot ziens EUE

Nu er internationaal gekozen word voor PUE en deze zo ver uitgewerkt is, zou het fijn zijn als de Nederlandse organisaties zich hierbij aansluiten. Sommige ontwikkelde normen zoals BREEAM-NL en te ontwikkelen normen zoals NPR 5313 hebben de PUE ook over genomen. Dit voorkomt allemaal ruis in de markt. Zowel bij datacenter klanten, bij datacenter eigenaren, als bij de overheid. Spraakverwarring over een onduidelijke EUE moet vermeden worden, zodat we bij RFP’s of overheidsregels elkaar niet wazig behoeven aan te kijken. Zoals Neelie Kroes zegt;

Once we have a transparent way to measure, we can start in earnest to audit, report, and exchange best practice in the ICT sector.

Laten we die transparantie eenduidig en internationaal houden… en EUE gedag zeggen. *klik*

Share

Neelie Kroes & Efficiënte datacentra…

Afgelopen week publiceerde Neelie Kroes (Vice-President European Commission, Digitale Agenda) een blog rond de energie en CO2 footprint van de ICT sector. Hier in haalde ze uiteraard ook de datacentra aan;

Most evidence points to the manufacturing phase of ICT as the largest environmental footprint of the sector. But there are also significant energy needs in data centres. While definite numbers are hard to calculate, the most accurate information suggests that, by 2020, data centres in Western Europe could consume around 100 billion kilowatt hours each year – that’s around the same as the current total electricity consumption of the Netherlands!

De volgende stap werd ook uitstekend verwoord;

Addressing this huge rise in energy consumption first requires transparency from the sector. We need a consistent way to find out where the emissions in the sector are really coming from, and to measure the environmental footprint across the sector.

Dit komt neer op duidelijke afspraken over de manier van meten en communiceren daar over. In de basis roept ze op tot transparantie, samenwerking en de juiste metrieken. In december 2011 schreef ze ook al een keer over standaarden en metrieken in Green Standards – measuring the environmental impact of ICT. Het is belangrijk om gezamenlijke en eenduidige metrieken af te spreken en deze bij voorkeur op wereldwijd niveau te handhaven. Zeker voor internationale bedrijven word het bijna onmogelijk om in elk land weer een aparte versie van de PUE te handhaven.

Op wereldwijd niveau is het daarom goed om te zien dat er afspraken gemaakt word over PUE en deze ook meegenomen word in de ISO normeringen die gevormd worden.

Transparantie helpt om elkaar en daarmee de sector sterker te maken. Denk aan de OpenCompute gedachte van Facebook bijvoorbeeld. Ook DatacenterPulse probeert hier bij zijn steentje bij te dragen met bijvoorbeeld de Open RFP, waarbij de opgedane kennis gedeeld word met andere:

[youtube=http://www.youtube.com/watch?v=-jE_SPX7p0Y&w=448&h=252&hd=1]

 

Aangezien dit alles een focus is voor de EU en haar digitale agenda, moeten we als IT sector zorgen dat dit niet van tafel valt. Geen inzet betekend uiteindelijk altijd regulering van de overheid en dat kunnen we maar beter voor zijn. Dus actie:

Quite aside from the benefits of keeping energy costs down, we must make sure that the smart economy of the future is also sustainable. Information technology is moving to the centre stage of our lives. It’s time it moved to the centre stage of climate action too.

Share

GreenGrid bijeenkomst A’dam.. meer afkortingen..

Afgelopen week was er in Amsterdam de jaarlijkse EMEA Green Grid Tech Forum. Tijdens deze bijeenkomst worden nieuwe ontwikkelingen gedeeld met leden en niet-leden (in de ochtend).green-grid

De afgelopen jaren is de Green Grid vooral bezig geweest met het neerzetten van PUE en de ontwikkelingen daar rond om. Hier is men redelijk succesvol in geweest en dat smaakt naar meer. Voor de komende jaren gaat de focus op enkele andere zaken liggen;

Communicatie rond de voordelen van ICT, waarbij deze ingezet kan worden om de milieubelasting van een organisatie te verlagen. Dit is de ‘IT-for-Green’ benadering, waarbij bijvoorbeeld video conferencing het aantal kilometers per auto en vliegtuig verlaagt en derhalve bij draagt aan een lagere CO2 uitstoot.

Men is ook van plan om tenminste 2 nieuwe eenheden te introduceren; Carbon Usage Effectiveness (CUE) en de Water Usage Effectiveness (WUE), zoals ook aangekondigd in recent persbericht:

The new metrics, called Carbon Usage Effectiveness (CUE) and the upcoming Water Usage Effectiveness (WUE), are joining The Green Grid’s widely-used Power Usage Effectiveness (PUE) metric. All are designed to help IT, facilities, and sustainability organizations across the globe optimize their data centers.

Hierbij is het goed om te zien dat men water verbruik als een belangrijke factor gaat zien rond duurzame datacentra. Het nadeel is wel dat er weer mee afkortingen en maateenheden worden geïntroduceerd.

Tijdens de bijeenkomst werd er echter ook nog een ander balletje opgegooid: Het mag duidelijk zijn dat duurzaamheid verder gaat dan de energie efficiëntie waar Green Grid zich tot nu toe op heeft gericht. Uiteindelijk is de totale duurzaamheid, maar ook CO2 uitstoot, iets van de gehele keten van de IT omgeving.

Om de efficiëntie daar van beter in beeld te brengen, kwam men met het idee voor een Data Center Maturity Model. Dit model werd bedacht door Harkeeret (Harqs) Singh, die in het bestuur van de Green Grid zit. Dit idee lijkt nu geadopteerd te worden door Green Grid.

Maturity_Model_05082010

Het model kent op dit moment 5 niveaus van volwassenheid en diverse categorieën die getoetst kunnen worden. In de komende tijd word het model verder door ontwikkeld op basis van feedback van de Green Grid leden.

— update 9 dec 2010 —
De presentaties van de bijeenkomst zijn beschikbaar:

The Green Grid Overview
EMEA Activities
Interxion End User Presentation
Microsoft End User Presentation
Harmonizing Global Metrics for Data Centre Energy Efficiency
Data Centre Maturity Model

Share

Het datacenter naar zee

In 2008 kondigde International Data Security (IDS) aan om schepen in te zetten als datacenter locaties. Deze week komen ze met het bericht dat ze een Proof Of Concept (POC) gaan uitvoeren.

De ideeën voor een datacenter op zee zijn niet nieuw. Zeker gezien het patent wat Google hier op aanvroeg in 2007. (zie plaatje).

Hierbij word vooral ingezet op het gebruik van zee water; als koelwater voor de IT systemen en voor het genereren van elektra via golfslag.

Nu hebben wij als Nederlanders al een hele lange relatie met de zee en het bedenken van creatief gebruik van de zee. Voor elektra opwekking zijn dus diverse (Nederlandse) oplossingen beschikbaar.

In 2006 testen de TU Delft de aandrijving van een citruspers op het strand van Scheveningen, onder het motto ‘Energie uit golven’

De firma Ecofys werkt aan hun Wave Rotor concept, waarbij de kracht van de zee word om gezet in energie.

Ook in het buitenland word er al enige jaren gewerkt aan energie opwekking uit zee:

Tijdens de conferentie Clean Energy Power in januari 2006 in Berlijn was één van de themabijeenkomsten speciaal gewijd aan het opwekken van energie uit de zee. Het was indrukwekkend om te zien met hoeveel inzet of ‘Begeisterung’ Duitse ingenieurs en universiteiten werken aan het onderzoek naar de mogelijkheden om energie op te wekken uit zee: in vrijwel alle projecten over de wereld hebben Duitse ingenieurs op de een of ander manier wel een aandeel.

(Bron: Verslag conferentie Clean Energy Power in januari 2006 in Berlijn – http://www.twanetwerk.nl/default.ashx?DocumentId=5967)

De vraag is hoe wetgeving zal om gaan met ‘het datacenter op zee’. De discussie rond de locatie van data is aardig aangezwengeld door de Cloud ontwikkelingen, en deze oplossing maakt het nog interessanter. Op zo’n 22km uit de kust eindigt het territoriale water en is het VN-zeerechtverdrag van toepassing.

Meer:

Share

Microsoft’s holistische blik…

Microsoft heeft een nieuw whitepaper uitgebracht genaamd A Holistic Approach to Energy Efficiency in Datacenters.

In het document onderschrijven ze de manier waar op DatacenterPulse naar het datacenter kijkt en die ik eerder heb beschreven in Groene applicaties ? Integratie !

But just improving PUE should not be an organization’s goal. The real goal is to eliminate waste and pack as much
compute capability in the available power budget. PUE can be a useful indicator of energy efficiency, but it can also
mislead you if used blindly. Take for example a scenario in which the fans in a server can be removed without impacting
its performance. The elimination of fan power reduces the IT power (fan power is part of IT power), improves energy
efficiency, but it also increases the PUE!

De Microsoft mensen (voornamelijk Global Foundation Services (GFS)) verdienen credits voor hun werk en openheid hier over.

Meer:

Share

Groene applicaties ? Integratie !

In de datacenter wereld zijn we al enige tijd bezig met energie efficiëntie. Er worden gezamenlijke normen ontwikkeld zoals Power Usage Effectiveness (PUE). De kunst in het datacenter is dan om zo veel mogelijk energie voor de IT apparatuur beschikbaar te hebben en zo weinig mogelijk te ‘verliezen’ in koeling, verlichting, UPS en andere facilitaire voorzieningen.

Er is een constante race gaande om deze PUE zo klein mogelijk te maken. Er ontstond zelfs een hele PUE ‘oorlog’, aangevoerd door de marketing afdelingen van diverse grote datacenter aanbieders. Deze race levert hele goede innovatie op, maar richt zich alleen op het fysieke datacenter.

Deze PUE zegt helemaal niets over het verbruik van de IT apparatuur zelf; een server kan energie verbruiken en ondertussen geen nuttig werk staan te verrichten (‘idle’ zijn). Ook kunnen de applicaties die op de systemen in het datacenter draaien, ontzettend inefficiënt geschreven zijn en daar door veel energie verbruiken.

Het hebben (en behouden) van een goede PUE betekend dus niet automatisch dat men ook Groen is. Zeker niet als we ook aspecten als grondstof verbruik, recycling en afvoer van afval stoffen (denk aan verpakkingsmaterialen voor servers) en water verbruik (denk aan koelinstallaties) meenemen.

Dat het bekijken van het geheel in plaats van het (sub)optimaliseren van delen handiger is, is iets wat ik al langer verkondig in presentaties en artikelen. Hier voor hanteer ik meestal de DCP Stack;

090924-dc-stack-1.4

Deze toont de gehele keten, die noodzakelijk is om waarde te leveren aan de organisatie. Ook zien we dan de onderlinge afhankelijkheden. (Dit word ook wel de holistische datacenter blik genoemd.)

De IT zijde van de DCP Stack (Platform en hoger) beleven dynamische tijden met virtualisatie en Cloud technieken. Deze dynamiek heeft ook zijn uitwerking op de onderliggende lagen; het fysieke datacenter.

Zo komt men met technieken om virtuele servers dynamisch te verplaatsen van de ene naar de andere fysieke server (VMotion genaamd bij VMware). Hier door ontstaat de mogelijkheid om tijdens dal uren fysieke servers uit te schakelen; deze staan dan toch niets te doen. (VMware Distributed Power Management – Youtube Video).

Hiermee krijgen we een dynamisch IT datacenter, waarbij collecties van servers op- en afschakelen en daar mee ook een zeer dynamische warmte last gaan genereren. Daarbij zou communicatie tussen de IT omgeving en het fysieke datacenter handig zijn; de IT omgeving kan een voorwaarschuwing afgeven naar het koelsysteem bij het opschakelen van een grote collectie servers.

Continue with reading

Share

Bijna.. maar niet helemaal… ASHRAE 90.1

Recent heeft ASHRAE een update uitgebracht van hun 90.1 Standaard. Deze standaard behandeld de energie efficiëntie voor (kantoor) gebouwen in de USA en is nu bijgewerkt voor datacentra. Net als in Nederland, krijg een norm of standaard pas waarde zodra er een referentie met een stuk wetgeving ontstaat. Diverse staten in de USA kennen wetgeving met een referentie naar de ASHRAE 90.1 Standard. Zo zijn er bouwwetgevingen die verplichten dat men voldoet aan de 90.1 bij nieuwbouw in diverse staten.

Het deel rond datacentra doet nogal wat stof opwaaien;

the standard dictates which types of cooling methods must be used. For example, the standard requires data centers to use economizers — systems that use ambient air for cooling.

Het schrijft dus duidelijk voor welke technologie er gebruikt moet worden.

Het mag ook duidelijk zijn dat het voorschrijven van een bepaalde technologie in plaats van het beschrijven van een te behalen KPI waarde. (bijvoorbeeld PUE/EUE) ontwikkeling en innovatie in de weg kan staan. Het vastleggen van een technologie (zoals economizers) zorgt er voor dat andere technologieën buiten gesloten worden.

Diverse US datacenter eigenaren reageren hier gezamenlijk op:

In many cases, economizers are a great way to cool a data center (in fact, many of our companies’ data centers use them extensively), but simply requiring their use doesn’t guarantee an efficient system, and they may not be the best choice. Future cooling methods may achieve the same or better results without the use of economizers altogether. An efficiency standard should not prohibit such innovation.

Ondertekenaars van dit antwoord op de ASHRAE 90.1 update zijn geen kleine jongens:

  • Chris Crosby, Senior Vice President, Digital Realty Trust
  • Hossein Fateh, President and Chief Executive Officer, Dupont Fabros Technology
  • James Hamilton, Vice President and Distinguished Engineer, Amazon
  • Urs Hoelzle, Senior Vice President, Operations and Google Fellow, Google
  • Mike Manos, Vice President, Service Operations, Nokia
  • Kevin Timmons, General Manager, Datacenter Services, Microsoft

Dit zijn organisaties die de afgelopen jaren gedurfde experimenten hebben uitgevoerd om hun datacenter energie efficiënter te maken en hebben daar mee een forse invloed gehad op de datacenter markt.

Deze zelfde invloed word door sommige ook toegedicht aan leden van ASHRAE bij het opstellen van de 90.1

one assumption is this group who are active in ASHRAE brought up the energy efficiency issue early on, and ASHRAE stakeholders, most likely vendors who make economizers saw an opportunity to make specific equipment a requirement of energy efficiency data centers.  I could be wrong, but it would explain why an organization who sets standards would choose to specify equipment instead of performance.

Iets wat goed mogelijk is, aangezien standaarden commissies vaak gevuld zijn met leveranciers en consultants en vaak maar een handje vol eind gebruikers. Dit is o.a. de reden voor de overeenkomst tussen GreenGrid en DatacenterPulse,

Het stellen van ambitieuze normen word aangemoedigd door de grote datacenter eigenaren. Het stellen van een ambitieuze norm zorgt voor extra innovatie, omdat men gedwongen word om de norm te halen;

As leaders in the data center industry, we are committed to aggressive energy efficiency improvements, but we need standards that let us continue to innovate while meeting (and, hopefully, exceeding) a baseline efficiency requirement set by the ASHRAE standard.

Meer:

Share